Waarom verwarren mensen voltooid en voltooit?
In de Nederlandse taal komen verwarrende werkwoordsvormen vaak voor. Eén veelgemaakte fout is het gebruik van 'voltooid' versus 'voltooit'. Beide vormen lijken op elkaar, maar worden in totaal verschillende contexten gebruikt. Vaak komt de verwarring voort uit het feit dat veel mensen niet zeker weten of ze te maken hebben met een voltooid deelwoord of een vervoegde vorm van een werkwoord. In dit artikel leggen we duidelijk uit wanneer je welke vorm gebruikt.
Wanneer gebruik je voltooid?
'Voltooid' is het voltooid deelwoord van het werkwoord 'voltooien'. Je gebruikt het in zinnen waar een handeling afgerond is. Denk aan: "De taak is voltooid." Het is een passieve vorm, die vaak met hulpwerkwoorden zoals 'zijn' of 'hebben' voorkomt.
Voorbeelden met voltooid
"De student heeft de opdracht voltooid."
"De bouw van het huis is voltooid."
"Het project werd vorige maand voltooid."
Let op dat 'voltooid' hier niet verandert. Het blijft altijd dezelfde vorm, ongeacht het onderwerp van de zin.
Wanneer gebruik je voltooit?
'Voltooit' is de vervoegde vorm van het werkwoord 'voltooien' in de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd. Je gebruikt deze vorm dus als iets of iemand op dit moment iets voltooit.
Voorbeelden met voltooit
"Hij voltooit zijn werk altijd op tijd."
"Zij voltooit haar studie dit jaar."
"De robot voltooit de taak automatisch."
Je herkent 'voltooit' vaak aan het feit dat er een onderwerp voor staat zoals hij, zij of het. Het gaat dus om iets of iemand die bezig is en de handeling uitvoert op dit moment.
Een handige tip om het verschil te onthouden
Twijfel je of je 'voltooid' of 'voltooit' moet gebruiken? Probeer dan de zin in het verleden tijd te zetten. Als 'voltooid' in de zin blijft staan, heb je waarschijnlijk te maken met een voltooid deelwoord. Verandert het in 'voltooide', dan is het een vervoegde vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd zoals 'voltooit'.
Voorbeeldtest
Zin: "De bouwvakkers voltooit het werk snel."
Vervang het onderwerp door 'wij' en zet de zin in het verleden tijd: "Wij voltooiden het werk snel."
Omdat de vorm verandert, weet je dat je in de oorspronkelijke zin 'voltooit' moet gebruiken.
Samenvatting
'Voltooid' gebruik je bij een voltooide handeling — vaak in combinatie met hulpwerkwoorden. 'Voltooit' gebruik je als vervoeging van het werkwoord 'voltooien' in de derde persoon enkelvoud. Door even de zin te veranderen naar verleden tijd, of het hulpwerkwoord te identificeren, weet je binnen no-time welke vorm je nodig hebt.